In gesprek met voormalig NS-fotograaf Johan Dekkers en gemeentelijk projectmanager Joep Frenken
Dit beeld van eind jaren 80 is één van de ongeveer 30.000 foto’s die Johan Dekkers in zijn tijd als huisfotograaf van de Nederlandse Spoorwegen maakte. Het geeft een inkijkje in de toenmalige dieselmotorenloods van de Tilburgse NS Hoofdwerkplaats; dé plek waar de gigantische motoren uit het hele land hersteld en preventief onderhouden werden.
Wie goed kijkt, ziet dat op deze precieze locatie tegenwoordig het MindLabs-pand schittert. Onder meer de stalen constructie staat nog steeds overeind. “De spanten zijn ontzettend belangrijk voor de contouren van dit historische gebouw”, zo stelt projectmanager Joep Frenken van de gemeente Tilburg nu. “Kosten noch moeite zijn dan ook gespaard om ze te behouden en in het nieuwe ontwerp te verwerken.”
Het is 1868 als in de huidige Tilburgse Spoorzone het eerste spoorwegmaterieel van de Staatsspoorwegen (de voorloper van de NS) wordt hersteld. Geografisch een tactische keuze vanwege de ligging tussen de Duitse grens en de Rotterdamse haven. En het terrein – dat door verdere bebouwing aan de noordkant van Tilburg steeds verder in het stadshart is komen te liggen – is op dat moment nog aan de rand van de stad gesitueerd. In de jaren die volgen worden vele nieuwe reparatiehallen, loodsen en werkgebouwen opgetrokken. Van draaierij tot spuitloods: alles is uiteindelijk aanwezig op het terrein dat vanaf 1955 officieel de ’NS Hoofdwerkplaats’ heet. Ten tijde van de foto legt het personeel zich specifiek op al het onderhoud van locomotieven en bijzondere rijtuigen zoals slaapwagons, meetwagens en zelfs de koninklijke trein toe.
Huisfotograaf en monteur in de Hoofdwerkplaats
Van 1977 tot de sluiting van de NS Hoofdwerkplaats in 2011 is Johan Dekkers op het NS-terrein te vinden. Eerst alleen als monteur, maar wanneer de dienstdoende huisfotograaf uitvalt, solliciteert hij naar een baan achter de camera. En die krijgt hij. Dekkers mag met een mobiele fotostudio overal op af. Zolang hij bij noodgevallen maar in ‘zijn’ dieselmotorenloods kan worden ingezet. Op de historische foto van zijn hand, is een deel van de dieselmotorenafdeling van de NS Hoofdwerkplaats te zien; de plek waar hij zoveel uren als monteur sleet. Het gebouw was al sinds de introductie van de diesellocomotieven in 1956 op deze specifieke motorvariant ingericht. De exacte plek van de toenmalige loods is tegenwoordig nog aan de karakteristieke dakspanten te herkennen.
Dekkers legde de ruimte vanuit de stationskant vast. Vanaf het spoor waarop de treinen naar binnen werden gereden, zo weet hij nog. “Op de voorgrond zie je verschillende dieselmotoren waaraan onderhoud moest worden gepleegd. Enorme gevaartes, want één exemplaar is algauw een meter of 2,5 bij 4.” Verder naar achteren zijn enkele van de werkstations zichtbaar, waar aan de motoren gesleuteld werd. “Zes stuks in totaal. En nog twee demontageplekken”, zo licht hij toe. “Voor demontage werden de motoren aan een kraan omhoog gehesen en volledig uit elkaar gehaald. Alles werd vervolgens per onderdeel in mandjes gelegd, gereinigd en van daaruit weer in elkaar gezet (zie foto 2).” Aan een van die kranen hangt nu, jaren later, een groot televisiescherm. Zo is ook hier karakteristiek met hypermodern gecombineerd.
De omstandigheden achter de foto
Het is overigens vanwege een bijzondere samenloop van omstandigheden dat de overzichtsfoto van de motorenloods vandaag de dag in het MindLabs-pand te bewonderen is. De NS Hoofdwerkplaats was bijvoorbeeld helemaal niet zo happig op fotografen. Dat dit beeld überhaupt tot stand is gekomen, had waarschijnlijk met de monteursfunctie van Dekkers van doen. “In tegenstelling tot externe fotografen mocht ik overal komen en kon ik mijn gang gaan. Ik kende de veiligheidseisen en wist de weg. En ik kon op ieder moment binnenstappen. Tijdens een open dag had ik bijvoorbeeld nooit zo’n rustig, gedetailleerd beeld gevangen als nu.”
Dan was er ook nog het negatief van de foto, dat door Dekkers naar verluidt uit de vuilnisbak werd gered. “Toen ik vanwege bezuinigingen niet langer als fotograaf werd ingezet, moest ik alles inleveren en werd mijn kantoor leeggeruimd. Omdat ik bang was dat alles in de prullenbak zou belanden, heb ik elf klappers vol negatieven meegenomen naar huis. De foto van de dieselmotorenloods inclusief. Grote kans dat ze er anders niet meer geweest waren.” Het laatste obstakel? De aanvankelijke plannen voor sloop en grootschalige nieuwbouw op het oude NS-terrein, toen de gemeente de grond van de spoorwegmaatschappij overkocht. “Maar beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”, aldus Frenken. “En dus staat in de Spoorzone nu een prachtig ensemble van grote cultuurhistorische waarde. Met in het hart ervan het MindLabs-gebouw. Alsof het er altijd al is geweest.”
Verkoop aan de gemeente
Het had dus niet veel gescheeld of niet alleen de onderhoudswerkzaamheden en de foto, maar ook de historische elementen van het voormalige NS-terrein hadden enkel nog tot het verleden behoord. Daarmee ook de op de foto uitgelichte karakteristieke spanten. De oorspronkelijke plannen van de gemeente behelsden immers vooral nieuwe woonblokken, kantoorpanden en parkeerplaatsen. Enkel de huidige LocHal, Koepelhal/Wagenmakerij en de Polygoonhal zouden worden gespaard. Maar dan slaat de recessie toe, en moet ook de gemeente een financiële pas op de plaats maken. Frenken: “Dat is uiteindelijk dé redding van de Spoorzone gebleken. Want terwijl onze grootse plannen stillagen, leerden we het gebied pas echt goed kennen. Het gaf ons tijd voor herbezinning en om ons te realiseren hoe bijzonder die plek eigenlijk was. De conclusie? We moesten terug naar de tekentafel om ons plan opnieuw vorm te geven. Een met veel meer oog voor het verleden.”
Ook met de nieuwe plannen van de gemeente ging het terrein rond het centraal station flink op de schop. Wat wel bleef: de belangrijkste historische kenmerken en de grote bedrijvigheid die er heerste. Frenken: “Het definitieve ontwerp is gemaakt met respect voor oud en nieuw. Met het bruisend hart – het MindLabs-pand – als de kathedraal van het geheel. Het is een stevig gebouw dat toch in al z’n bescheidenheid onderdeel van het geheel blijft uitmaken. En een plek die doet wat het moet doen: openheid en ruimte bieden, inspireren en ontmoetingen stimuleren.”
Proces van de lange adem
De weg van onderhoudsterrein tot Spoorzone was een proces van de lange adem, zo geeft de projectmanager aan. “Zo’n unieke omgeving vraagt gewoonweg om een hoop extra inspanningen onderweg. De Chroom-6-verf op de MindLabs-spanten is daar een goed voorbeeld van. Daar moesten we wat mee. Omdat Tilburg dat stukje karakterbehoud volgens ons nodig heeft. In de jaren 60 en 70 hebben we het meeste van de textielindustrie wat te gemakkelijk opgeruimd, terwijl het deze stad wel groot heeft gemaakt. Weg is weg. Daarom hebben we nu lef en vasthoudendheid getoond. En zie hier: het loont!”
Ook Dekkers is verheugd over de nieuwe bestemming van de Spoorzone. In het bijzonder die van de dieselmotorenloods. “Als fotograaf heb ik wel geleerd dat veel vergankelijk is. Dus dat je er vandaag de dag nog kunt rondlopen en aan de vroegere invulling herinnerd wordt, dat is geweldig. Mijn oude foto komt weer thuis.”